Ondertussen is het wel duidelijk dat we er nooit als Russen
zullen uitzien... Hoe komt het toch dat het zo opvalt dat wij buitenlanders
zijn? Is het omdat we bij elk product in de winkel op zoek gaan naar de
vervaldatum? Omdat we ons krampachtig vasthouden aan de balustrade van de
besneeuwde trappen? Omdat we af en toe nog eens een glimlach op ons gezicht durven
tonen? Of omdat we nog een taartje gaan halen na ons middageten? Het zou me
niet verbazen als deze Russen hier een soort radar hebben voor buitenlanders,
anders blijft het me een raadsel waarom de één ons boos aankijkt, de ander ons bekijkt
alsof hij voor het eerst een buitenlander ziet, en weer een ander ons
halsstarrig aanstaart in de hoop te weten te komen van welk onbekend eiland we
afkomstig zijn... Het is ons Irkutskisch lot om het object van onbegrip,
ontsteltenis, antipathie of, gelukkig en weliswaar in mindere mate, het object
van bewondering te zijn in deze barre koude tijden.
Pas op, ik spreek hierboven van situaties waarin we nog geen
letter Nederlands hebben uitgesproken. Als we echter Nederlands beginnen te
spreken, bijvoorbeeld in de Marsjrutka, volgt er zonder twijfel uit een of
andere hoek een kinderachtig gegiechel, want blijkbaar is het Nederlands een
heel humoristisch taaltje, dat plotse lachbuien in de hand werkt... En dan is het
onze beurt om te lachen, want de gezichtsuitdrukking van de Russen is
onbetaalbaar wanneer ze proberen te raden welke taal wij spreken. Maar het meest
fantastische moment is wanneer ze horen dat we Russisch kunnen spreken, dan
verandert hun gelach in stilzwijgen, dat voor één keer óns een machtig gevoel
geeft :).
Veel liefs,
Sarah
Geen opmerkingen:
Een reactie posten